Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. generaliseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor generaliseren (Nederlands) in het Duits

generaliseren:

generaliseren werkwoord (generaliseer, generaliseert, generaliseerde, generaliseerden, gegeneraliseerd)

  1. generaliseren (globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren)
    verallgemeinern; globalisieren; generalisieren
    • verallgemeinern werkwoord (verallgemeinere, verallgemeinerst, verallgemeinert, verallgemeinerte, verallgemeinertet, verallgemeinert)
    • globalisieren werkwoord (globalisiere, globalisierst, globalisiert, globalisierte, globalisiertet, globalisiert)
    • generalisieren werkwoord (generalisiere, generalisierst, generalisiert, generalisierte, generalisiertet, generalisiert)

Conjugations for generaliseren:

o.t.t.
  1. generaliseer
  2. generaliseert
  3. generaliseert
  4. generaliseren
  5. generaliseren
  6. generaliseren
o.v.t.
  1. generaliseerde
  2. generaliseerde
  3. generaliseerde
  4. generaliseerden
  5. generaliseerden
  6. generaliseerden
v.t.t.
  1. heb gegeneraliseerd
  2. hebt gegeneraliseerd
  3. heeft gegeneraliseerd
  4. hebben gegeneraliseerd
  5. hebben gegeneraliseerd
  6. hebben gegeneraliseerd
v.v.t.
  1. had gegeneraliseerd
  2. had gegeneraliseerd
  3. had gegeneraliseerd
  4. hadden gegeneraliseerd
  5. hadden gegeneraliseerd
  6. hadden gegeneraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal generaliseren
  2. zult generaliseren
  3. zal generaliseren
  4. zullen generaliseren
  5. zullen generaliseren
  6. zullen generaliseren
o.v.t.t.
  1. zou generaliseren
  2. zou generaliseren
  3. zou generaliseren
  4. zouden generaliseren
  5. zouden generaliseren
  6. zouden generaliseren
en verder
  1. is gegeneraliseerd
  2. zijn gegeneraliseerd
diversen
  1. generaliseer!
  2. generaliseert!
  3. gegeneraliseerd
  4. generaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor generaliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
generalisieren generaliseren; globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren
globalisieren generaliseren; globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren
verallgemeinern generaliseren; globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren