Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gevoeligheid (Nederlands) in het Duits

gevoeligheid:

gevoeligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gevoeligheid (aandoenlijkheid)
    die Empfindlichkeit; die Sensitivität; Zartgefühl; die Zärtlichkeit; die Empfindsamkeit; die Empfänglichkeit
  2. de gevoeligheid (kwetsbaarheid)
    die Verletzbarkeit; die Empfindlichkeit; die Empfindsamkeit; die Erregbarkeit
  3. de gevoeligheid (vatbaarheid; zwakte)
    die Schwäche; die Empfindlichkeit; die Hinfälligkeit; die Verletzbarkeit; die Schwachheit; die Kränklichkeit
  4. de gevoeligheid (fijngevoeligheid; teergevoeligheid)
    die Empfindlichkeit; die Feinfühligkeit
  5. de gevoeligheid (emotionaliteit)
    die Rührung
    • Rührung [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. de gevoeligheid (tederheid; zachtheid; liefkozing; innigheid; hartelijkheid)
    die Zärtlichkeit; die Sanftheit; der Sanftmut; die Innigkeit

Vertaal Matrix voor gevoeligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Empfindlichkeit aandoenlijkheid; fijngevoeligheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid; teergevoeligheid; vatbaarheid; zwakte geprikkeldheid; geraaktheid; kleinzerigheid; krachteloosheid; laksheid; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; prikkelbaarheid; sensitiviteit; slapheid; slapte; sulligheid; teerheid; weekheid; zachtheid; zintuiglijke gevoeligheid; zwak punt; zwakheid; zwakte
Empfindsamkeit aandoenlijkheid; gevoeligheid; kwetsbaarheid sensitiviteit; zintuiglijke gevoeligheid
Empfänglichkeit aandoenlijkheid; gevoeligheid ontvankelijkheid; openheid; sensitiviteit; zintuiglijke gevoeligheid
Erregbarkeit gevoeligheid; kwetsbaarheid ergernis; geprikkeldheid; geraaktheid; irritatie; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; prikkelbaarheid; wrevel
Feinfühligkeit fijngevoeligheid; gevoeligheid; teergevoeligheid
Hinfälligkeit gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte bouwvalligheid; gebrek; gebrekkigheid; krachteloosheid; laksheid; manco; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
Innigkeit gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid innigheid; intimiteit; vertrouwelijkheid
Kränklichkeit gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte gebrek; krachteloosheid; laksheid; manco; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; ziekelijke neiging; ziekelijkheid; zwakheid; zwakte
Rührung emotionaliteit; gevoeligheid emotie; gemoedsbeweging; ontroering; vertedering
Sanftheit gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; toegevendheid; weekheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid
Sanftmut gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid; zachtaardigheid
Schwachheit gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte flauwte; gebrek; katzwijm; krachteloosheid; laksheid; manco; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte; zwijm
Schwäche gevoeligheid; vatbaarheid; zwakte achteruitgang; blunder; flater; gebrek; gemis; impotentie; inzinking; krachteloosheid; laksheid; machteloosheid; manco; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; sulligheid; tekortkoming; weekheid; zachtheid; zwak punt; zwakheid; zwakte
Sensitivität aandoenlijkheid; gevoeligheid sensitiviteit; zintuiglijke gevoeligheid
Verletzbarkeit gevoeligheid; kwetsbaarheid; vatbaarheid; zwakte
Zartgefühl aandoenlijkheid; gevoeligheid gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid
Zärtlichkeit aandoenlijkheid; gevoeligheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; tederheid; zachtheid

Verwante woorden van "gevoeligheid":


Wiktionary: gevoeligheid

gevoeligheid
noun
  1. een aandoenlijkheid
  2. de nauwkeurigheid van instrumenten
  3. de spanning van een film

gevoelig:

gevoelig bijvoeglijk naamwoord

  1. gevoelig (vatbaar; teergevoelig)
    empfänglich; empfindlich; empfindsam
  2. gevoelig (emotioneel)
    betroffen; gerührt; ergriffen; bewegt
  3. gevoelig (lichtgeraakt; humeurig; aangebrand; korzelig)
    leichtpikiert; empfindlich; leichterregbar
  4. gevoelig (sensitief)
    empfindlich
  5. gevoelig (sentimenteel; gevoelvol)
    rührselig; sentimental

Vertaal Matrix voor gevoelig:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sentimental weemoedig klinken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betroffen emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; geraakt; geroerd; geschokt; getroffen; geëmotioneerd; kapot van; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; paf; perplex; van streek
bewegt emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelvol; geëmotioneerd; heftig; kapot van; onbeheerst; onrustig; onstuimig; roerig; turbulent; veelbewogen; woelig
empfindlich aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt; sensitief; teergevoelig; vatbaar angstig voor pijn; armzalig; berooid; breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; iel; karig; kies; kleinzerig; krakkemikkig; kwetsbaar; mager; met veel tact; nijpend; pover; schamel; schraal; slap; smartelijk; tactvol; teder; teer; teerhartig; tenger; wankel; weekhartig; zwak
empfindsam gevoelig; teergevoelig; vatbaar breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; iel; krakkemikkig; kwetsbaar; teder; teer; tenger; wankel; zwak
empfänglich gevoelig; teergevoelig; vatbaar ontvankelijk; openstaand; vatbaar
ergriffen emotioneel; gevoelig aandoenlijk; aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; geraakt; geroerd; getroffen; geëmotioneerd; kapot van; ontroerd
gerührt emotioneel; gevoelig aangedaan; aangegrepen; aangeslagen; bewogen; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelvol; geëmotioneerd; kapot van; ontroerd
leichterregbar aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
leichtpikiert aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt
rührselig gevoelig; gevoelvol; sentimenteel
sentimental gevoelig; gevoelvol; sentimenteel bewogen; gepassioneerd; gevoelvol; geëmotioneerd

Verwante woorden van "gevoelig":

  • gevoeligheid, gevoeliger, gevoeligere, gevoeligst, gevoeligste, gevoelige

Wiktionary: gevoelig

gevoelig
adjective
  1. selten: empfindsam

Cross Translation:
FromToVia
gevoelig scharf acute — sensitive
gevoelig einfühlsam; gefühlvoll feeling — emotionally sensitive
gevoelig zart; empfindlich tender — sensitive or painful
gevoelig delikat; fein; gelinde; zart; köstlich; lecker; wohlschmeckend; zartfühlend; feinfühlend; feinfühlig; empfindlich; taktvoll; behutsam; heikel; kitzlig; wählerisch; subtil délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.

Verwante vertalingen van gevoeligheid