Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. geweten:
  2. weten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geweten (Nederlands) in het Duits

geweten:

geweten [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geweten
    Gewissen
    • Gewissen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geweten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gewissen geweten

Verwante definities voor "geweten":

  1. weten wat goed en kwaad is1
    • die man heeft geen geweten1

Wiktionary: geweten

geweten
noun
  1. het deel van iemand waarmee die persoon zijn daden op goed en kwaad beoordeelt
geweten
noun
  1. Psychologie: Mechanismus, der die eigenen Handlungen und Urteile anhand geltender Moralvorstellungen bewertet

Cross Translation:
FromToVia
geweten Gewissen conscience — moral sense
geweten Gewissen; Bewusstsein; Bewußtsein conscience — Traductions à trier suivant le sens

weten:

weten werkwoord (weet, wist, wisten, geweten)

  1. weten (op de hoogte zijn)
    wissen; kennen
    • wissen werkwoord (weiß, weißt, wußte, wußtet, gewußt)
    • kennen werkwoord (kenne, kennst, kennt, kennte, kenntet, gekannt)

Conjugations for weten:

o.t.t.
  1. weet
  2. weet
  3. weet
  4. weten
  5. weten
  6. weten
o.v.t.
  1. wist
  2. wist
  3. wist
  4. wisten
  5. wisten
  6. wisten
v.t.t.
  1. heb geweten
  2. hebt geweten
  3. heeft geweten
  4. hebben geweten
  5. hebben geweten
  6. hebben geweten
v.v.t.
  1. had geweten
  2. had geweten
  3. had geweten
  4. hadden geweten
  5. hadden geweten
  6. hadden geweten
o.t.t.t.
  1. zal weten
  2. zult weten
  3. zal weten
  4. zullen weten
  5. zullen weten
  6. zullen weten
o.v.t.t.
  1. zou weten
  2. zou weten
  3. zou weten
  4. zouden weten
  5. zouden weten
  6. zouden weten
diversen
  1. weet!
  2. weet!
  3. geweten
  4. wetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

weten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. weten (kennis)
    die Kenntnis; Wissen; der Sachverstand; die Wissenschaft; die Gelehrtheit
  2. weten (wetenschap)
    die Wissenschaft; Wissen; Fachwissen

Vertaal Matrix voor weten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fachwissen weten; wetenschap vakbekwaamheid; vakkennis
Gelehrtheit kennis; weten geleerdheid; handigheid; kneep; kunst; toer; truc
Kenntnis kennis; weten geleerdheid; handigheid; kneep; kunst; toer; truc
Sachverstand kennis; weten bekwaamheid; capaciteit; deskundigheid; geleerdheid; handigheid; kennis van zaken; kneep; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vakkundigheid
Wissen kennis; weten; wetenschap geleerdheid; handigheid; kennis; kneep; kunde; kundigheid; kunst; toer; truc
Wissenschaft kennis; weten; wetenschap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kennen op de hoogte zijn; weten kennen
wissen op de hoogte zijn; weten
- kennen

Verwante woorden van "weten":


Synoniemen voor "weten":


Verwante definities voor "weten":

  1. ervan op de hoogte zijn1
    • weet jij waar Istanboel ligt?1
  2. erin slagen1
    • hij wist te ontsnappen1

Wiktionary: weten

weten
verb
  1. ergens kennis van hebben
weten
noun
  1. Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen
verb
  1. Kenntnis haben, sich über etwas Wahres sicher sein

Cross Translation:
FromToVia
weten wissen know — be certain or sure about (something)
weten wissen know — have knowledge of
weten Wissen; Kenntnis knowledge — fact of knowing about something; understanding, familiarity with information
weten Wissen; Kenntnis knowledge — awareness, state of having been informed
weten Wissen science — fact of knowing something
weten Kenntnis; Wissen; Wissenschaft; Bewußtsein; Begriff; Bekannter connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître