Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gros:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gros (Nederlands) in het Duits

gros:

gros [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gros (grootste deel; merendeel; meerderheid)
    die Mehrheit; größten Teils; die Mehrzahl

Vertaal Matrix voor gros:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mehrheit grootste deel; gros; meerderheid; merendeel force majeure; overmacht; overwicht; superioriteit
Mehrzahl grootste deel; gros; meerderheid; merendeel meervoud; merendeel
größten Teils grootste deel; gros; meerderheid; merendeel

Verwante woorden van "gros":

  • grossen

Wiktionary: gros


Cross Translation:
FromToVia
gros Gros gross — twelve dozen
gros Mehrheit majoritépluralité des votants, des suffrages, dans une assemblée délibérante, dans un corps politique.

Verwante vertalingen van gros