Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hand:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hand (Nederlands) in het Duits

hand:

hand [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de hand (jat; klauw; poot; knuist)
    die Hand
    • Hand [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hand hand; jat; klauw; knuist; poot

Verwante woorden van "hand":

  • handden, handen, hands

Verwante definities voor "hand":

  1. lichaamsdeel aan het eind van je arm met vijf vingers1
    • hij had een pen in zijn hand1

Wiktionary: hand

hand
noun
  1. Anatomie: Greiforgan bei Menschen und Affen

Cross Translation:
FromToVia
hand Hand hand — part of the fore limb
hand Hand main — anatomie|fr Partie du corps humain située au bout du bras, qui s’étend du poignet jusqu’au bout des doigts, qui sert à la préhension et au toucher.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van hand