Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hazen:
  2. haas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hazen (Nederlands) in het Duits

hazen:

hazen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hazen
    die Hasen
    • Hasen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hazen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hasen hazen

Verwante woorden van "hazen":


haas:

haas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haas
    der Hase; Langohr
    • Hase [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Langohr [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hase haas langoor
Langohr haas langoor

Verwante woorden van "haas":


Wiktionary: haas

haas
noun
  1. Lepus eropaeus, een konijnachtig zoogdier met lange achterpoten een gespleten lip en lange oren
haas
noun
  1. Zoologie: Säugetier mit langen Ohren aus der Gattung Lepus, speziell der Feldhase (L. europaeus)

Cross Translation:
FromToVia
haas Hase hare — animal
haas Hase lièvre — Quadrupède mammifère