Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hazenleger:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hazenleger (Nederlands) in het Duits

hazenleger:

hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hazenleger (lager; leger)
    Lager; der Lagerplatz; Kamp
    • Lager [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lagerplatz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamp [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het hazenleger
    Hasenlager

Vertaal Matrix voor hazenleger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hasenlager hazenleger
Kamp hazenleger; lager; leger kamp; legerplaats; vakantiekamp
Lager hazenleger; lager; leger berging; bergplaats; bewaarplaats; depot; legerplaats; licht bier; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pils; provisiekamer; voorraad; voorraadkamer; voorraadmagazijn; voorraadplaats; voorraadschuur; warenhuis
Lagerplatz hazenleger; lager; leger bergplaats; depot; legerplaats; locatie; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis

Verwante woorden van "hazenleger":

  • hazenlegers