Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. herscholen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor herscholen (Nederlands) in het Duits

herscholen:

herscholen werkwoord (herschool, herschoolt, herschoolde, herschoolden, herschoold)

  1. herscholen (opnieuw scholen)
    umschulen
    • umschulen werkwoord (schule um, schulst um, schult um, schulte um, schultet um, umgeschult)

Conjugations for herscholen:

o.t.t.
  1. herschool
  2. herschoolt
  3. herschoolt
  4. herscholen
  5. herscholen
  6. herscholen
o.v.t.
  1. herschoolde
  2. herschoolde
  3. herschoolde
  4. herschoolden
  5. herschoolden
  6. herschoolden
v.t.t.
  1. heb herschoold
  2. hebt herschoold
  3. heeft herschoold
  4. hebben herschoold
  5. hebben herschoold
  6. hebben herschoold
v.v.t.
  1. had herschoold
  2. had herschoold
  3. had herschoold
  4. hadden herschoold
  5. hadden herschoold
  6. hadden herschoold
o.t.t.t.
  1. zal herscholen
  2. zult herscholen
  3. zal herscholen
  4. zullen herscholen
  5. zullen herscholen
  6. zullen herscholen
o.v.t.t.
  1. zou herscholen
  2. zou herscholen
  3. zou herscholen
  4. zouden herscholen
  5. zouden herscholen
  6. zouden herscholen
en verder
  1. ben herschoold
  2. bent herschoold
  3. is herschoold
  4. zijn herschoold
  5. zijn herschoold
  6. zijn herschoold
diversen
  1. herschool!
  2. herschoolt!
  3. herschoold
  4. herscholend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor herscholen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
umschulen herscholen; opnieuw scholen omscholen