Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. huwbaarheid:
  2. huwbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huwbaarheid (Nederlands) in het Duits

huwbaarheid:

huwbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de huwbaarheid
    die Heiratsfähigkeit

Vertaal Matrix voor huwbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Heiratsfähigkeit huwbaarheid

Verwante woorden van "huwbaarheid":


huwbaarheid vorm van huwbaar:

huwbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. huwbaar
    heiratsfähig

Vertaal Matrix voor huwbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heiratsfähig huwbaar meerderjarig; uitgegroeid; volgroeid; volwassen

Verwante woorden van "huwbaar":