Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
etwas umdrehen
|
iets omdraaien; omkeren
|
|
herumdrehen
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; kantelen; keren; kolken; omdraaien; omwenden; omzwaaien; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; wenden; wentelen; zich omdraaien; zwenken
|
herumschwenken
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; heen-en-weer-zwaaien; kantelen; rollen; ronddraaien; rondzwaaien; roteren; wentelen
|
umdrehen
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; kantelen; keren; omdraaien; omkeren; omrollen; omwenden; omwentelen; rollen; ronddraaien; roteren; teruggaan; wederkeren; weerkeren; wegdraaien; wenden; wentelen; zich omdraaien; zwenken
|
umkehren
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; kantelen; keren; omkeren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; teruggaan; terugkeren; terugkomen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen; zich omdraaien; zwenken
|
umsetzen
|
iets omdraaien; omkeren
|
anders boeken; overplanten; overzetten; transponeren
|
umstellen
|
iets omdraaien; omkeren
|
opschuiven; overplaatsen; plaats maken; standplaats veranderen; tegengaan; tegenstreven; tegenwerken; verplaatsen; verzetten; weerstreven
|
umwandeln
|
iets omdraaien; omkeren
|
aankweken; aanplanten; fokken; genereren; inwisselen; kweken; omruilen; omwisselen; opkweken; planten; procreëren; ruilen; telen; transformeren; verbouwen; verruilen; verwisselen; voortbrengen; wisselen
|
umwenden
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; kantelen; omkeren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; terugkeren; terugkomen; wentelen
|
verdrehen
|
iets omdraaien; omkeren
|
draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; verdraaien; wentelen
|
verkehren
|
iets omdraaien; omkeren
|
ergens zijn; kopie trekken; kopiëren; omgaan; omgaan met; omgang hebben met; omhoogkomen; opstijgen; optrekken; opvliegen; verkeren; zich ophouden
|
verwandeln
|
iets omdraaien; omkeren
|
herscheppen; omzetten; veranderen
|