Nederlands
Uitgebreide vertaling voor immer (Nederlands) in het Duits
immer:
-
immer (immermeer)
-
immer (altijd; continu; steeds; voortdurend; onophoudelijk; permanent; doorlopend; constant)
-
immer (voor altijd; altijd; altoos; eeuwig; voor het leven; voor immer)
immer; für immer und ewig; ewig-
immer bijvoeglijk naamwoord
-
für immer und ewig bijvoeglijk naamwoord
-
ewig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor immer:
Computer vertaling door derden: