Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. indraaien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indraaien (Nederlands) in het Duits

indraaien:

indraaien werkwoord (draai in, draait in, draaide in, draaiden in, ingedraaid)

  1. indraaien (inschroeven)
    eindrehen; einschrauben
    • eindrehen werkwoord (drehe ein, drehst ein, dreht ein, drehte ein, drehtet ein, eingedreht)
    • einschrauben werkwoord (schraube ein, schraubst ein, schraubt ein, schraubte ein, schraubtet ein, eingeschraubt)

Conjugations for indraaien:

o.t.t.
  1. draai in
  2. draait in
  3. draait in
  4. draaien in
  5. draaien in
  6. draaien in
o.v.t.
  1. draaide in
  2. draaide in
  3. draaide in
  4. draaiden in
  5. draaiden in
  6. draaiden in
v.t.t.
  1. heb ingedraaid
  2. hebt ingedraaid
  3. heeft ingedraaid
  4. hebben ingedraaid
  5. hebben ingedraaid
  6. hebben ingedraaid
v.v.t.
  1. had ingedraaid
  2. had ingedraaid
  3. had ingedraaid
  4. hadden ingedraaid
  5. hadden ingedraaid
  6. hadden ingedraaid
o.t.t.t.
  1. zal indraaien
  2. zult indraaien
  3. zal indraaien
  4. zullen indraaien
  5. zullen indraaien
  6. zullen indraaien
o.v.t.t.
  1. zou indraaien
  2. zou indraaien
  3. zou indraaien
  4. zouden indraaien
  5. zouden indraaien
  6. zouden indraaien
en verder
  1. ben ingedraaid
  2. bent ingedraaid
  3. is ingedraaid
  4. zijn ingedraaid
  5. zijn ingedraaid
  6. zijn ingedraaid
diversen
  1. draai in!
  2. draait in!
  3. ingedraaid
  4. indraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor indraaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eindrehen indraaien; inschroeven draaien; hoger draaien; keren; omdraaien; omhoogdraaien; opdraaien; verhelpen; wenden
einschrauben indraaien; inschroeven