Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal infectie

Vertaal infectie van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

infectie:
- Infektion; Entzündung; Ansteckung
Wiktionary:
- infectie → Infektion

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor infectie (Nederlands) in het Duits

infectie:

infectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de infectie (ontsteking)
die Infektion; die Entzündung; die Ansteckung
- Infektion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Entzündung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ansteckung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor infectie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ansteckung	infectie; ontsteking	aansteken; besmetten; besmetting
Entzündung	infectie; ontsteking	lont; ontbranden; ontbranding; ontsteking; ontvlammen
Infektion	infectie; ontsteking
-	ontsteking

Verwante woorden van "infectie":

infecties

Synoniemen voor "infectie":

ontsteking

Verwante definities voor "infectie":

plaats op je lichaam die rood en opgezwollen is door bacteriën¹
- er is een infectie bij de wond gekomen¹

Wiktionary: infectie

Cross Translation:

From	To	Via
• infectie	→ Infektion	↔ infection — uncontrolled growth of harmful microorganisms in a host

¹Muiswerk Woordenboek