Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. initiëren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor initiëren (Nederlands) in het Duits

initiëren:

initiëren werkwoord

  1. initiëren (op gang brengen)
    initiieren; einführen
    • initiieren werkwoord (initiiere, initiierst, initiiert, initiierte, initiiertet, initiiert)
    • einführen werkwoord (b, führst ein, führt ein, führte ein, führtet ein, eingeführt)

Vertaal Matrix voor initiëren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einführen initiëren; op gang brengen afstemmen; iets in te brengen hebben; importeren; inbrengen; inleiden; inpassen; instellen; introduceren; invoeren; inwerken; kennis laten maken; mobiliseren; openen; passen in; prepareren; voorbereiden op; voorstellen
initiieren initiëren; op gang brengen afstemmen; heiligen; instellen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary: initiëren


Cross Translation:
FromToVia
initiëren auslösen trigger — to initiate something