Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jammerlijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jammerlijk (Nederlands) in het Duits

jammerlijk:

jammerlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. jammerlijk (onbevredigend; onvoldoende; ontoereikend; )
    unzureichend; unbefriedigend; unzulänglich
  2. jammerlijk (beklagenswaardig; erbarmelijk; zielig; stakkerig)
    jämmerlich; bedauernswert; beklagenswert

Vertaal Matrix voor jammerlijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedauernswert beklagenswaardig; erbarmelijk; jammerlijk; stakkerig; zielig helaas; jammer genoeg; smartelijk; tot mijn spijt; verdrietig makend
beklagenswert beklagenswaardig; erbarmelijk; jammerlijk; stakkerig; zielig
jämmerlich beklagenswaardig; erbarmelijk; jammerlijk; stakkerig; zielig bedonderd; belazerd; beroerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; lamlendig; meelijwekkend; miserabel
unbefriedigend betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend
unzulänglich betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend
unzureichend betreurenswaardig; jammer; jammerlijk; onbevredigend; ontoereikend; onvoldoende; sneu; spijtig; teleurstellend arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak

Verwante woorden van "jammerlijk":

  • jammerlijkst, jammerlijkste, jammerlijke

Wiktionary: jammerlijk

jammerlijk
adjective
  1. beklagenswaardig, bedroevend

Computer vertaling door derden: