Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jasjes:
  2. jasje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jasjes (Nederlands) in het Duits

jasjes:

jasjes [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. jasjes
    Jäckchen

Vertaal Matrix voor jasjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jäckchen jasjes jas; jasje; jekker

Verwante woorden van "jasjes":


jasjes vorm van jasje:

jasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jasje (colbert)
    die Joppe; die Jacke; die kurze Jacke
    • Joppe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • kurze Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het jasje (jekker; jas)
    Jäckchen; die Jacke; Sakko
    • Jäckchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Jacke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Sakko [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jacke colbert; jas; jasje; jekker halflange herenjas; jack; jak; jas; mantel; overjas
Joppe colbert; jasje halflange herenjas; jak
Jäckchen jas; jasje; jekker jasjes
Sakko jas; jasje; jekker jak
kurze Jacke colbert; jasje halflange herenjas; jak

Verwante woorden van "jasje":


Wiktionary: jasje


Cross Translation:
FromToVia
jasje Jacke; Männerrock veston — habil|fr vêtement masculin, d’intérieur ou de ville, court et sans basques.