Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koers (Nederlands) in het Duits

koers:

koers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de koers (wisselkoers; valuta; herleidingskoers)
    die Währung; der Wechselkurs; der Umrechnungskurs; der Kurs; die Valuta; die Geldwährung; die Geldsorte; die Wechselgebühr; die Währungseinheit; der Geldkurs; die Münzsorte; die Geldsorten
  2. de koers (richting)
    die Richtung; der Kurs
    • Richtung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kurs [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de koers (route)
    die Route; die Direktion; die Rundgänge; die Verwaltung; die Fahrt; die Geschäftsführung; die Reise; die Schule; die Ausfahrt; die Rundreise; die Spazierfahrt; die Richtung; die Seite; die Leitung; die Rundfahrt; die Routine; die Betriebsführung; die Geländefahrt; die Gastspielreise; die Fransenborte; die Erfahrung; die Ausrichtung; die Gewohnheit; die Rundläufe
  4. de koers (vaarroute)
    die Navigationsroute
  5. de koers (zeeroute; zeeweg; scheepvaartroute)
    der Seeweg; die Schiffahrtsstraße

Vertaal Matrix voor koers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausfahrt koers; route afrit; dagreis; excursie; gang; reis; rijtochtje; rit; tocht; toer; tournee; uitrit; uitstapje
Ausrichtung koers; route afdrukstand; geneigdheid; gerichtheid; lijst; neiging; oriëntatie; tabel; tafel; tendens; trend; uitlijning
Betriebsführung koers; route Raad van Bestuur; beheer; bestuur; directie; leiding
Direktion koers; route Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; beheer; bestuur; directie; leiding; management; politiek
Erfahrung koers; route bevinding; cirkel; ervaring; kring; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; praktijk; rondje; routine
Fahrt koers; route autorijden; dagreis; excursie; expeditie; fietstocht; gang; gracht; kanaal; mars; reis; rijden; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje; vaart
Fransenborte koers; route franje; kant; kantkloswerk; kantwerk; passement; passementerie; versierende omzoming; versiering van rafels
Gastspielreise koers; route rit; ronde; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; tournee; trip
Geldkurs herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldkoers
Geldsorte herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; geldspecie; geldstuk; munt; munteenheid; muntsoort; muntstuk; penning; valuta
Geldsorten herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; munteenheid; muntsoort; valuta
Geldwährung herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; munteenheid; muntsoort; valuta
Geländefahrt koers; route
Geschäftsführung koers; route Raad van Bestuur; bedrijfsleiding; beheer; bestuur; directie; leiding
Gewohnheit koers; route algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid; overlevering; traditie; zede
Kurs herleidingskoers; koers; richting; valuta; wisselkoers besturing; cursus; gedrag; houding; koersnotering; kursus; leergang; leiding; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; plan; rijrichting; studie; wisselkoers
Leitung koers; route aanvoeren; aanvoering; geleiding; gezichtsrimpel; kabel; kabelleiding; leiding; rimpel; voorgaan
Münzsorte herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; munteenheid; muntsoort; muntspecie; valuta
Navigationsroute koers; vaarroute
Reise koers; route dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trektocht; trip; uitstapje
Richtung koers; richting; route
Route koers; route rit; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
Routine koers; route ervaring; praktijk; routine; sleur
Rundfahrt koers; route rit; rondreis; rondrit; rondtocht; rondvaart; tochtje; toer; tour; trip
Rundgänge koers; route omgang; ronde doen
Rundläufe koers; route omgang; rit; ronde doen; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
Rundreise koers; route rit; rondreis; rondrit; tochtje; toer; tour; trip
Schiffahrtsstraße koers; scheepvaartroute; zeeroute; zeeweg
Schule koers; route educatie; onderwijs; scholing; school; schoolgebouw
Seeweg koers; scheepvaartroute; zeeroute; zeeweg
Seite koers; route bladzijde; flank; geheugenpagina; kant; page; pagina; rand; webpagina; zij; zijde; zijkant
Spazierfahrt koers; route dagreis; excursie; gang; reis; rijtoer; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; toertje; tour; tournee; trip; uitje; uitstapje
Umrechnungskurs herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers omrekeningskoers
Valuta herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; munteenheid; muntsoort; valuta
Verwaltung koers; route Beheer; administratie; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; hoede; management; politiek; toezicht; zeggenschap; zorg
Wechselgebühr herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers
Wechselkurs herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers; wisselkoers
Währung herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers Valuta; geldsoort; money; munteenheid; muntsoort; valuta
Währungseinheit herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldsoort; monetaire eenheid; munteenheid; muntsoort; valuta
- richting

Verwante woorden van "koers":


Synoniemen voor "koers":


Verwante definities voor "koers":

  1. waarde van het geld1
    • wat is de koers van de gulden?1
  2. de kant waar het heen gaat1
    • wat is de koers van dit schip?1

Wiktionary: koers

koers
noun
  1. scheepvaart|nld luchtvaart|nld de richting die een vaartuig of een vliegtuig op een bepaald moment aanhoudt of wil aanhouden
koers
Cross Translation:
FromToVia
koers Lauf course — onward movement
koers Kurs course — direction of movement of a vessel

koersen:

koersen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de koersen (zeeroutes; zeewegen)
    die Kurse; die Seewege
    • Kurse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Seewege [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de koersen (aandelenkoersen)
    der anteilkursen; die kursnotierungen

Vertaal Matrix voor koersen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kurse koersen; zeeroutes; zeewegen
Seewege koersen; zeeroutes; zeewegen
anteilkursen aandelenkoersen; koersen
kursnotierungen aandelenkoersen; koersen

Verwante woorden van "koersen":


Verwante vertalingen van koers