Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal luidsprekers

Vertaal luidsprekers van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

luidsprekers:
- Lautsprechern
luidspreker:
- Lautsprecher; Flüstertüte; Megaphon; Freisprechvorrichtung
Wiktionary:
- luidspreker → Lautsprecher
- luidspreker → Lautsprecher

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luidsprekers (Nederlands) in het Duits

luidsprekers:

luidsprekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de luidsprekers (boxen)
der Lautsprechern
- Lautsprechern [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor luidsprekers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Lautsprechern	boxen; luidsprekers

Verwante woorden van "luidsprekers":

luidspreker

luidspreker:

luidspreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de luidspreker (megafoon)
der Lautsprecher; die Flüstertüte; Megaphon
- Lautsprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flüstertüte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Megaphon [das ~] zelfstandig naamwoord
de luidspreker
der Lautsprecher; Freisprechvorrichtung
- Lautsprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Freisprechvorrichtung

Vertaal Matrix voor luidspreker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Flüstertüte	luidspreker; megafoon
Lautsprecher	luidspreker; megafoon
Megaphon	luidspreker; megafoon	spreekbuis figuurlijk; spreekhoorn; spreektrompet
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Freisprechvorrichtung	luidspreker

Verwante woorden van "luidspreker":

luidsprekers, luidsprekertje

Wiktionary: luidspreker

luidspreker

noun

Elektrotechnik: Vorrichtung zum Umwandeln elektrischer Energie in Schall, z.B. zum Wiedergeben aufgezeichneter Musik
- Lautsprecher → luidspreker

Cross Translation:

From	To	Via
• luidspreker	→ Lautsprecher	↔ loudspeaker — transducer
• luidspreker	→ Lautsprecher	↔ speaker — loudspeaker
• luidspreker	→ Lautsprecher	↔ haut-parleur — Sonorisation