Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. maandelijks:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maandelijks (Nederlands) in het Duits

maandelijks:

maandelijks bijvoeglijk naamwoord

  1. maandelijks
    monatlich; monatsweise; jedenMonat

Vertaal Matrix voor maandelijks:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jedenMonat maandelijks
monatlich maandelijks per maand
monatsweise maandelijks

Verwante woorden van "maandelijks":

  • maandelijkse

Wiktionary: maandelijks

maandelijks
adverb
  1. iedere maand een keer
maandelijks
adjective
  1. jeden Monat wiederkehrend, in jedem Monat

Cross Translation:
FromToVia
maandelijks monatlich monthly — Occurring every month