Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal magiër

Vertaal magiër van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

magiër:
- Gaukler; Zauberkünstler
Wiktionary:
- magiër → Zaubrerin, Zauberin, Magierin, Zaubrer, Zauberer, Magier, Illusionskünstler, Zauberkünstlerin, Zauberkünstler, Illusionskünstlerin, Hexenmeister

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magiër (Nederlands) in het Duits

magiër:

magiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de magiër (iemand die goochelt; goochelaarster; goochelaar; illusionist; kunstenmaker)
der Gaukler; der Zauberkünstler
- Gaukler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zauberkünstler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor magiër:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gaukler	goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër	duivelskunstenaar; duizendkunstenaar; tovenaar; zwarte magiër
Zauberkünstler	goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër	de kunst van het goochelen; goochelarij; hocus-pocus

Verwante woorden van "magiër":

magiërs

Wiktionary: magiër

Cross Translation:

From	To	Via
• magiër	→ Zaubrerin; Zauberin; Magierin; Zaubrer; Zauberer; Magier	↔ magician — practitioner of allegedly supernatural magic
• magiër	→ Magier; Illusionskünstler; Zauberkünstlerin; Zauberkünstler; Magierin; Illusionskünstlerin	↔ magician — performer of tricks
• magiër	→ Zauberer; Magier; Hexenmeister	↔ wizard — person skilled with magic

Verwante vertalingen van magiër

zwarte magiër