Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mist (Nederlands) in het Duits
mist:
Vertaal Matrix voor mist:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Dampf | mist; nevel; waas | damp; rook; stoom; uitwaseming; walm; wasem; zichtbare damp |
Dunst | mist; nevel; waas | heiigheid; mussehagel; uitwaseming; waas; wasem; zichtbare damp |
Nebel | mist; nevel; waas | damp; dichte mist; heiigheid; rook; uitwaseming; waas; walm; wasem; zichtbare damp |
Qualm | mist; nevel; waas | damp; rokerigheid; rook; walm |
Schleier | mist; nevel; waas | heiigheid; sluier; sluiers; voile; voiles; waas |
Verwante woorden van "mist":
Wiktionary: mist
mist
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mist | → Nebel | ↔ fog — cloud that forms at a low altitude and obscures vision |
• mist | → Dunst; Nebel | ↔ mist — Water or other liquid finely suspended in air |
• mist | → Nebel | ↔ brouillard — métrol|fr vapeur plus ou moins épaisse, et ordinairement froide, qui obscurcir l’air. |
missen:
-
missen (vermissen)
-
missen (iets mislopen; mislopen)
verfehlen; verpassen; einschießen-
einschießen werkwoord (schieße ein, schießest ein, schießt ein, schoß ein, schoßt ein, eingeschossen)
Conjugations for missen:
o.t.t.
- mis
- mist
- mist
- missen
- missen
- missen
o.v.t.
- miste
- miste
- miste
- misten
- misten
- misten
v.t.t.
- heb gemist
- hebt gemist
- heeft gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
- hebben gemist
v.v.t.
- had gemist
- had gemist
- had gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
- hadden gemist
o.t.t.t.
- zal missen
- zult missen
- zal missen
- zullen missen
- zullen missen
- zullen missen
o.v.t.t.
- zou missen
- zou missen
- zou missen
- zouden missen
- zouden missen
- zouden missen
diversen
- mis!
- mist!
- gemist
- missend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor missen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einschießen | iets mislopen; mislopen; missen | vaal worden; verkleuren; verschieten; vervagen; vervalen |
verfehlen | iets mislopen; mislopen; missen | |
vermissen | missen; vermissen | erbij inschieten; kwijtraken; ontberen; verliezen; verloren gaan; wegraken |
verpassen | iets mislopen; mislopen; missen |
Verwante woorden van "missen":
Antoniemen van "missen":
Verwante definities voor "missen":
Wiktionary: missen
missen
Cross Translation:
verb
missen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• missen | → fehlen; mangeln; entbehren | ↔ lack — be without, need, require |
• missen | → verfehlen | ↔ miss — to fail to hit |
• missen | → sich sehnen; vermissen | ↔ miss — to feel the absence of someone or something |
• missen | → verpassen | ↔ miss — to be late for something |
• missen | → fehlen; missen; mangeln; ermangeln; verfehlen; vermissen | ↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute. |
• missen | → verfehlen | ↔ rater — Ne pas partir, en parlant d’une arme à feu. (Sens général). |