Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- omcirkelen:
-
Wiktionary:
- omcirkelen → umkreisen, einkreisen, umgeben, umringen, umzingeln
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor omcirkelen (Nederlands) in het Duits
omcirkelen:
-
omcirkelen (omsingelen; omsluiten)
-
omcirkelen (draaien om)
umkreisen; herumfahren; einkreisen-
herumfahren werkwoord (fahre herum, fährst herum, fährt herum, fuhr herum, fuhrt herum, herumgefahren)
-
omcirkelen (een cirkel tekenen om)
umkreisen; herumfahren; einkreisen; ein Kreis zechnen-
herumfahren werkwoord (fahre herum, fährst herum, fährt herum, fuhr herum, fuhrt herum, herumgefahren)
-
ein Kreis zechnen werkwoord
Conjugations for omcirkelen:
o.t.t.
- omcirkel
- omcirkelt
- omcirkelt
- omcirkelen
- omcirkelen
- omcirkelen
o.v.t.
- omcirkelde
- omcirkelde
- omcirkelde
- omcirkelden
- omcirkelden
- omcirkelden
v.t.t.
- heb omcirkeld
- hebt omcirkeld
- heeft omcirkeld
- hebben omcirkeld
- hebben omcirkeld
- hebben omcirkeld
v.v.t.
- had omcirkeld
- had omcirkeld
- had omcirkeld
- hadden omcirkeld
- hadden omcirkeld
- hadden omcirkeld
o.t.t.t.
- zal omcirkelen
- zult omcirkelen
- zal omcirkelen
- zullen omcirkelen
- zullen omcirkelen
- zullen omcirkelen
o.v.t.t.
- zou omcirkelen
- zou omcirkelen
- zou omcirkelen
- zouden omcirkelen
- zouden omcirkelen
- zouden omcirkelen
en verder
- ben omcirkeld
- bent omcirkeld
- is omcirkeld
- zijn omcirkeld
- zijn omcirkeld
- zijn omcirkeld
diversen
- omcirkel!
- omcirkelt!
- omcirkeld
- omcirkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor omcirkelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ein Kreis zechnen | een cirkel tekenen om; omcirkelen | |
einkreisen | draaien om; een cirkel tekenen om; omcirkelen; omsingelen; omsluiten | bijsluiten; bijvoegen; insluiten; met gespannen voorwerp omsluiten; omsingelen; omsluiten; omspannen; omtrekken; overspannen; toevoegen |
herumfahren | draaien om; een cirkel tekenen om; omcirkelen | omheenrijden; rondrijden; rondtoeren |
umkreisen | draaien om; een cirkel tekenen om; omcirkelen |
Wiktionary: omcirkelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omcirkelen | → umkreisen | ↔ circle — travel around along a curved path |
• omcirkelen | → umkreisen; einkreisen | ↔ circle — surround |
• omcirkelen | → einkreisen | ↔ circle — place or mark a circle around |
• omcirkelen | → umkreisen | ↔ orbit — circle another object |
• omcirkelen | → umgeben; umringen | ↔ surround — to encircle something or simultaneously extend in all directions |
• omcirkelen | → umzingeln; umringen | ↔ surround — to enclose to prevent escape |