Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. omlijsten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omlijsten (Nederlands) in het Duits

omlijsten:

omlijsten werkwoord (omlijst, omlijstte, omlijstten, omlijst)

  1. omlijsten
    einrahmen; umranden
    • einrahmen werkwoord (rahme ein, rahmst ein, rahmt ein, rahmte ein, rahmtet ein, eingerahmt)
    • umranden werkwoord (rande um, randest um, randet um, randete um, randetet um, umrandet)

Conjugations for omlijsten:

o.t.t.
  1. omlijst
  2. omlijst
  3. omlijst
  4. omlijsten
  5. omlijsten
  6. omlijsten
o.v.t.
  1. omlijstte
  2. omlijstte
  3. omlijstte
  4. omlijstten
  5. omlijstten
  6. omlijstten
v.t.t.
  1. heb omlijst
  2. hebt omlijst
  3. heeft omlijst
  4. hebben omlijst
  5. hebben omlijst
  6. hebben omlijst
v.v.t.
  1. had omlijst
  2. had omlijst
  3. had omlijst
  4. hadden omlijst
  5. hadden omlijst
  6. hadden omlijst
o.t.t.t.
  1. zal omlijsten
  2. zult omlijsten
  3. zal omlijsten
  4. zullen omlijsten
  5. zullen omlijsten
  6. zullen omlijsten
o.v.t.t.
  1. zou omlijsten
  2. zou omlijsten
  3. zou omlijsten
  4. zouden omlijsten
  5. zouden omlijsten
  6. zouden omlijsten
en verder
  1. ben omlijst
  2. bent omlijst
  3. is omlijst
  4. zijn omlijst
  5. zijn omlijst
  6. zijn omlijst
diversen
  1. omlijst!
  2. omlijst!
  3. omlijst
  4. omlijstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omlijsten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einrahmen omlijsten inlijsten; inramen; insluiten; omkaderen; omsingelen; omsluiten
umranden omlijsten afzetten; omranden