Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. omverrijden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omverrijden (Nederlands) in het Duits

omverrijden:

omverrijden werkwoord (rijd omver, rijdt omver, reed omver, reden omver, omver gereden)

  1. omverrijden (overrijden; overheen rijden)
    überfahren; hinüberfahren; umfahren
    • überfahren werkwoord (überfahre, überfährst, überfährt, überfuhr, überfahren)
    • hinüberfahren werkwoord (fahre hinüber, fährst hinüber, fährt hinüber, fuhr hinüber, fuhrt hinüber, hinübergefahren)
    • umfahren werkwoord (fahre um, fährst um, fährt um, fuhr um, fuhrt um, umgefahren)

Conjugations for omverrijden:

o.t.t.
  1. rijd omver
  2. rijdt omver
  3. rijdt omver
  4. rijden omver
  5. rijden omver
  6. rijden omver
o.v.t.
  1. reed omver
  2. reed omver
  3. reed omver
  4. reden omver
  5. reden omver
  6. reden omver
v.t.t.
  1. heb omver gereden
  2. hebt omver gereden
  3. heeft omver gereden
  4. hebben omver gereden
  5. hebben omver gereden
  6. hebben omver gereden
v.v.t.
  1. had omver gereden
  2. had omver gereden
  3. had omver gereden
  4. hadden omver gereden
  5. hadden omver gereden
  6. hadden omver gereden
o.t.t.t.
  1. zal omverrijden
  2. zult omverrijden
  3. zal omverrijden
  4. zullen omverrijden
  5. zullen omverrijden
  6. zullen omverrijden
o.v.t.t.
  1. zou omverrijden
  2. zou omverrijden
  3. zou omverrijden
  4. zouden omverrijden
  5. zouden omverrijden
  6. zouden omverrijden
en verder
  1. ben oomver gereden
  2. bent omver gereden
  3. is omver gereden
  4. zijn omver gereden
  5. zijn omver gereden
  6. zijn omver gereden
diversen
  1. rijd omver!
  2. rijdt omver!
  3. omver gereden
  4. omver rijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omverrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinüberfahren omverrijden; overheen rijden; overrijden iets transporteren; met een vaartuig overzetten; oversteken; overvaren; vervoeren
umfahren omverrijden; overheen rijden; overrijden een omweg maken; omrijden
überfahren omverrijden; overheen rijden; overrijden