Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onbevoegdheid (Nederlands) in het Duits

onbevoegdheid:

onbevoegdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onbevoegdheid
    die Inkompetenz; die Unzuständigkeit; der ohne Sachverstand

Vertaal Matrix voor onbevoegdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Inkompetenz onbevoegdheid incompetentie; onbekwaamheid; ondeskundigheid; ongeschiktheid
Unzuständigkeit onbevoegdheid ondeskundigheid
ohne Sachverstand onbevoegdheid ondeskundigheid

Verwante woorden van "onbevoegdheid":


onbevoegdheid vorm van onbevoegd: