Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. oneffenheid:
  2. oneffen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oneffenheid (Nederlands) in het Duits

oneffenheid:

oneffenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de oneffenheid (hobbeligheid; ruwheid)
    die Rauheit; die Unebenheit; die Struppigkeit; die Rauhhaarigkeit; die Derbheit
  2. de oneffenheid (hobbel; bobbel; ongelijkheid)
    die Unebenheit

Vertaal Matrix voor oneffenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Derbheit hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid boersheid; borsteligheid; grofheid; hardhandigheid; onbeschaafdheid; onbeschofte uitlating; onhoffelijkheid; platheid; platvloersheid; ruw van makelij; ruwheid; schofterigheid; vulgariteit
Rauheit hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid borsteligheid; grofheid; heesheid; ruw van makelij; schorheid
Rauhhaarigkeit hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid
Struppigkeit hobbeligheid; oneffenheid; ruwheid borsteligheid; ruigheid
Unebenheit bobbel; hobbel; hobbeligheid; oneffenheid; ongelijkheid; ruwheid hobbel

Verwante woorden van "oneffenheid":


oneffenheid vorm van oneffen:

oneffen bijvoeglijk naamwoord

  1. oneffen (hobbelig; ongelijkmatig)
    uneben; holprig; bucklich; höckerig

Vertaal Matrix voor oneffen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bucklich hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
holprig hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
höckerig hobbelig; oneffen; ongelijkmatig knobbelig
uneben hobbelig; oneffen; ongelijkmatig bobbelig; geaccidenteerd; hobbelig; oneven

Verwante woorden van "oneffen":


Wiktionary: oneffen


Cross Translation:
FromToVia
oneffen uneben; holprig; holperig accidenté — Qui offrir des accidents.