Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onontbeerlijk (Nederlands) in het Duits

onontbeerlijk:

onontbeerlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onontbeerlijk (onmisbaar; noodzakelijk; essentieel; wezenlijk)
    notwendig; unentbehrlich; essentiell; wesentlich; entscheidend; erforderlich

Vertaal Matrix voor onontbeerlijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entscheidend essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk afdoend; belangrijk; beslissend; cruciaal; doorslaggevend; kardinaal; overtuigend; van belang; voornaamst
erforderlich essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk benodigd; cruciaal; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; nodig; noodzakelijk; obligaat; obligatoir; vereist; verplicht
essentiell essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk basis; belangrijk; cruciaal; daadwerkelijk; door de behoefte vereist; elementair; essentieel; feitelijk; fundamenteel; gewenst; gewild; in feite; in werkelijkheid; nodig; noodzakelijk; van belang; vereist; verlangd; wenselijk; werkelijk; wezenlijk
notwendig essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk afdoend; basis; benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; dringend; elementair; essentieel; gewenst; gewild; hoognodig; klemmend; met spoed; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; overtuigend; spoedeisend; urgent; vereist; verlangd; wenselijk
unentbehrlich essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk broodnodig; cruciaal; elementair; essentieel; hard nodig; noodzakelijk; vereist
wesentlich essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk aanmerkelijk; aanzienlijk; basis; beduidend; behoorlijk; belangrijk; cruciaal; daadwerkelijk; elementair; essentieel; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; noodzakelijk; substantieel; van belang; vereist; werkelijk

Verwante woorden van "onontbeerlijk":

  • onontbeerlijkheid, onontbeerlijke

Wiktionary: onontbeerlijk


Cross Translation:
FromToVia
onontbeerlijk notwendig; essenziell essential — necessary
onontbeerlijk unentbehrlich; wesentlich essential — of high importance
onontbeerlijk unentbehrlich; unabkömmlich; unabdingbar; unverzichtbar; unerlässlich indispensable — absolutely necessary