Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ontploffing:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontploffing (Nederlands) in het Duits

ontploffing:

ontploffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ontploffing (explosie; bam; knal; plof)
    der Knall; der Schuß
    • Knall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schuß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ontploffing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Knall bam; explosie; knal; ontploffing; plof bons; dreun; klap; knal; kwak; pof; smak
Schuß bam; explosie; knal; ontploffing; plof dreun; jonge plant; klap; knal; kwak; plantestekje; scheut; scheutje; scheutjes; schoot; smak; spruit; stek

Verwante woorden van "ontploffing":

  • ontploffingen

Synoniemen voor "ontploffing":


Verwante definities voor "ontploffing":

  1. het met een klap uit elkaar springen1
    • bij de ontploffing in de fabriek sprongen de ruiten stuk1

Wiktionary: ontploffing

ontploffing
noun
  1. explosie