Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontzettend (Nederlands) in het Duits

ontzettend:

ontzettend bijvoeglijk naamwoord

  1. ontzettend (verschrikkelijk; vreselijk)
    schrecklich; entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; schlimm
  2. ontzettend (schrikbarend; vreselijk; schrikwekkend; ijzingwekkend)
    entsetzlich; schrecklich; unerhört; schlimm; furchtbar; fürchterlich; grausig; scheußlich; grauenerregend
  3. ontzettend (schrikaanjagend; verschrikkelijk; vreselijk; schrikbarend; schrikwekkend)
    schrecklich; schreckenerregend; arg; fürchterlich; scheußlich; gräßlich; furchtbar; schreckhaft; grausam; grausig; schändlich; schauderhaft; grauenerregend; schaudererregend

Vertaal Matrix voor ontzettend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arg ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; schromelijk; slecht; vals
entsetzlich ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bliksems; bruut; enorm; gruwelijk; inhumaan; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; ontiegelijk; onverkwikkelijk; schandalig; schandelijk; stuitend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
furchtbar ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bijzonder; bliksems; bruut; buitengewoon; delicaat; dreigend; eng; enorm; ergst; extreem; godgeklaagd; grootst; gruwelijk; hachelijk; hatelijk; hemeltergend; hoogst; inhumaan; kritiek; lastig; maximaal; meest; misselijkmakend; monsterlijk; netelig; onmenselijk; ontiegelijk; penibel; precair; schandalig; schandelijk; stekelig; ten hemel schreiend; uiterst; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vijandig; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk
fürchterlich ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bliksems; bruut; enorm; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; inhumaan; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; ontiegelijk; schandalig; schandelijk; schromelijk; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk
grauenerregend ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; afstotend voor zintuigen; akelig; barbaars; beestachtig; bitterkoud; bliksems; bruut; eng; godgeklaagd; griezelig; gruwelijk; hemeltergend; ijskoud; ijzig; inhumaan; lelijk; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; schandalig; schandelijk; sinister; steenkoud; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk
grausam ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; barbaars; beestachtig; brutaal; bruut; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; hondsbrutaal; inhumaan; meedogenloos; monsterlijk; onmenselijk; ten hemel schreiend; verschrikkelijk; vreselijk; vrijpostig; wreed; zeer ergerlijk
grausig ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotend voor zintuigen; barbaars; beestachtig; bitterkoud; bliksems; bruut; gruwelijk; ijskoud; ijzig; inhumaan; lelijk; monsterlijk; onmenselijk; steenkoud; verdraaid; verduiveld; verschrikkelijk; vreselijk; weerzinwekkend; wreed
gräßlich ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; afstotend voor zintuigen; afzichtelijk; barbaars; beestachtig; bitterkoud; bliksems; brutaal; bruut; enorm; foeilelijk; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; hondsbrutaal; ijskoud; ijzig; inhumaan; lelijk; misselijkmakend; monsterlijk; oerlelijk; onmenselijk; ontiegelijk; schandalig; schandelijk; steenkoud; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; vrijpostig; walgelijk; weerzinwekkend; wreed; zeer ergerlijk
schaudererregend ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; atheïstisch; dreigend; eng; goddeloos; godgeklaagd; godloos; gruwelijk; hemeltergend; ten hemel schreiend; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk
schauderhaft ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; atheïstisch; bitterkoud; bliksems; bloedstelpend; bloedstollend; dreigend; eng; goddeloos; godgeklaagd; godloos; griezelig; gruwelijk; hemeltergend; ijskoud; ijzig; sinister; steenkoud; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; verschrikkelijk; vreselijk; zeer ergerlijk
scheußlich ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; afstotend voor zintuigen; afzichtelijk; barbaars; beestachtig; bliksems; bruut; enorm; foeilelijk; goor; inhumaan; lelijk; misselijkmakend; monsterlijk; oerlelijk; onmenselijk; ontiegelijk; onverkwikkelijk; ploertig; ranzig; schandalig; schandelijk; smerig; stuitend; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; vies; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
schlimm ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk argwaan opwekkend; brutaal; delicaat; erg; ernstig; fel; gemeen; hachelijk; heel erg; heftig; hevig; hondsbrutaal; krachtig; kritiek; kwaadwillig; kwalijk; lastig; met slechte intentie; min; netelig; penibel; ploertig; precair; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; verdacht; vrijpostig
schreckenerregend ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; dreigend; eng; gruwelijk; verschrikkelijk; vreselijk
schreckhaft ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; gruwelijk; verschrikkelijk; vreselijk
schrecklich ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; afstotend voor zintuigen; barbaars; beestachtig; bliksems; bruut; enorm; gruwelijk; inhumaan; lelijk; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; ontiegelijk; verdraaid; verduiveld; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
schändlich ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk banaal; beestachtig; bliksems; dierlijk; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; luguber; macaber; niet hoog; plat; platvloers; ploertig; schandalig; schandelijk; schunnig; spookachtig; triviaal; verdraaid; verduiveld; verfoeilijk; vunzig
unerhört ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk beschamend; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onpassend; onverhoord; onwelgevoegelijk; onwelvoegelijk; schandalig; schandelijk; verfoeilijk

Wiktionary: ontzettend


Cross Translation:
FromToVia
ontzettend erschreckend appalling — That appalls/appals or appall/appal

ontzettend vorm van ontzetten:

ontzetten werkwoord (ontzet, ontzette, ontzetten, ontzet)

  1. ontzetten (uit de macht ontzetten)
    entsetzen; entheben; verwirren; bestürzen; aus der Fassung bringen
    • entsetzen werkwoord (entsetze, entsetzt, entsetzte, entsetztet, entsetzt)
    • entheben werkwoord (enthebe, enthebst, enthebt, enthobe, enthobet, enthoben)
    • verwirren werkwoord (verwirre, verwirrst, verwirrt, verwirrte, verwirrtet, verwirrt)
    • bestürzen werkwoord (bestürze, bestürzt, bestürzte, bestürztet, bestürzt)
    • aus der Fassung bringen werkwoord (bringe aus der Fassung, bringst aus der fassung, bringt aus der fassung, bracht, brachtet, aus der Fassung gebracht)
  2. ontzetten (bevrijden van belegeraars; verlossen)
    erlösen; befreien; entsetzen; entbinden; entheben; von Belagerern befreien
    • erlösen werkwoord (erlöse, erlöst, erlöste, erlöstet, erlöst)
    • befreien werkwoord (befreie, befreist, befreit, befreite, befreitet, befreit)
    • entsetzen werkwoord (entsetze, entsetzt, entsetzte, entsetztet, entsetzt)
    • entbinden werkwoord (entbinde, entbindest, entband, entbandet, entbunden)
    • entheben werkwoord (enthebe, enthebst, enthebt, enthobe, enthobet, enthoben)

Conjugations for ontzetten:

o.t.t.
  1. ontzet
  2. ontzet
  3. ontzet
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
o.v.t.
  1. ontzette
  2. ontzette
  3. ontzette
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
v.t.t.
  1. heb ontzet
  2. hebt ontzet
  3. heeft ontzet
  4. hebben ontzet
  5. hebben ontzet
  6. hebben ontzet
v.v.t.
  1. had ontzet
  2. had ontzet
  3. had ontzet
  4. hadden ontzet
  5. hadden ontzet
  6. hadden ontzet
o.t.t.t.
  1. zal ontzetten
  2. zult ontzetten
  3. zal ontzetten
  4. zullen ontzetten
  5. zullen ontzetten
  6. zullen ontzetten
o.v.t.t.
  1. zou ontzetten
  2. zou ontzetten
  3. zou ontzetten
  4. zouden ontzetten
  5. zouden ontzetten
  6. zouden ontzetten
en verder
  1. ben ontzet
  2. bent ontzet
  3. is ontzet
  4. zijn ontzet
  5. zijn ontzet
  6. zijn ontzet
diversen
  1. ontzet!
  2. ontzet!
  3. ontzet
  4. ontzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontzetten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aus der Fassung bringen ontzetten; uit de macht ontzetten
befreien bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen afhelpen; banen; bevrijden; bevrijden van; emanciperen; in vrijheid stellen; loskomen; loslaten; losmaken; ontdoen van; ontsnappen; van de boeien ontdoen; verlossen; vrijkomen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten; zich bevrijden
bestürzen ontzetten; uit de macht ontzetten
entbinden bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen afbreken; banen; baren; bevallen; bevrijden; beëindigen; emanciperen; forceren; laten; laten gaan; laten lopen; niet vasthouden; ontbinden; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opheffen; permitteren; stukmaken; ter wereld brengen; toelaten; verbreken; verbrijzelen; verlossen; voortbrengen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijmaken; vrijstellen; vrijvechten
entheben bevrijden van belegeraars; ontzetten; uit de macht ontzetten; verlossen aan de dijk zetten; afdanken; afdekken; afruimen; afvloeien; congé geven; eruit gooien; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; opruimen; van zijn positie verdrijven; vrijstellen
entsetzen bevrijden van belegeraars; ontzetten; uit de macht ontzetten; verlossen griezelen; gruwelen; gruwen; ontstellen; verontrusten
erlösen bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen banen; bevrijden; emanciperen; in vrijheid stellen; loslaten; losmaken; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten
verwirren ontzetten; uit de macht ontzetten in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verlegen maken; verwarren
von Belagerern befreien bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen

Verwante woorden van "ontzetten":



Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ontzettend