Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. onveiligheid:
  2. onveilig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onveiligheid (Nederlands) in het Duits

onveiligheid:

onveiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onveiligheid (gevaar)
    die Gefahr; die Unsicherheit

Vertaal Matrix voor onveiligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gefahr gevaar; onveiligheid dreiging; gevaar; onheil; onheilsdreiging; onraad; ramp
Unsicherheit gevaar; onveiligheid onzekerheid

Verwante woorden van "onveiligheid":


onveilig:

onveilig bijvoeglijk naamwoord

  1. onveilig
    unsicher

Vertaal Matrix voor onveilig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unsicher onveilig los; niet zeker; ongewis; onstabiel; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend

Verwante woorden van "onveilig":

  • onveiligheid, onveiliger, onveiligere, onveiligst, onveiligste, onveilige

Wiktionary: onveilig


Cross Translation:
FromToVia
onveilig unsicher unsafe — not safe

Computer vertaling door derden: