Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- onverwijld:
-
Wiktionary:
- onverwijld → unverzüglich, umgehend
- onverwijld → umgehend
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onverwijld (Nederlands) in het Duits
onverwijld:
-
onverwijld
unverzüglich; sofortig; unmittelbar; direkt; auf der Stelle; prompt; augenblicklich-
unverzüglich bijvoeglijk naamwoord
-
sofortig bijvoeglijk naamwoord
-
unmittelbar bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
auf der Stelle bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
augenblicklich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor onverwijld:
Wiktionary: onverwijld
onverwijld
adjective
onverwijld
-
(formeel, nld) zonder uitstel
- onverwijld → unverzüglich; umgehend
adverb
adjective
-
sofort, ohne Aufschub, ohne schuldhaftes Zögern