Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opdweilen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opdweilen (Nederlands) in het Duits

opdweilen:

opdweilen werkwoord (dweil op, dweilt op, dweilde op, dweilden op, opgedweild)

  1. opdweilen
    aufwischen
    • aufwischen werkwoord (wische auf, wischt auf, wischte auf, wischtet auf, aufgewischt)

Conjugations for opdweilen:

o.t.t.
  1. dweil op
  2. dweilt op
  3. dweilt op
  4. dweilen op
  5. dweilen op
  6. dweilen op
o.v.t.
  1. dweilde op
  2. dweilde op
  3. dweilde op
  4. dweilden op
  5. dweilden op
  6. dweilden op
v.t.t.
  1. heb opgedweild
  2. hebt opgedweild
  3. heeft opgedweild
  4. hebben opgedweild
  5. hebben opgedweild
  6. hebben opgedweild
v.v.t.
  1. had opgedweild
  2. had opgedweild
  3. had opgedweild
  4. hadden opgedweild
  5. hadden opgedweild
  6. hadden opgedweild
o.t.t.t.
  1. zal opdweilen
  2. zult opdweilen
  3. zal opdweilen
  4. zullen opdweilen
  5. zullen opdweilen
  6. zullen opdweilen
o.v.t.t.
  1. zou opdweilen
  2. zou opdweilen
  3. zou opdweilen
  4. zouden opdweilen
  5. zouden opdweilen
  6. zouden opdweilen
en verder
  1. ben opgedweild
  2. bent opgedweild
  3. is opgedweild
  4. zijn opgedweild
  5. zijn opgedweild
  6. zijn opgedweild
diversen
  1. dweil op!
  2. dweilt op!
  3. opgedweild
  4. opdweilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opdweilen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufwischen opdweilen opvegen