Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opkikker (Nederlands) in het Duits

opkikker:

opkikker [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. opkikker (borreltje; hartversterking; borrel; opkikkertje)
    die Alcoholische Getranke gut für Herz; die Stärkung; die Herzstärkung

Vertaal Matrix voor opkikker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Alcoholische Getranke gut für Herz borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
Herzstärkung borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje borrel; glaasje jenever
Stärkung borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje staaldrank; tonica; versterkend middel

Verwante woorden van "opkikker":


opkikker vorm van opkikkeren:

opkikkeren werkwoord (kikker op, kikkert op, kikkerde op, kikkerden op, opgekikkerd)

  1. opkikkeren (opknappen)
    aufmuntern; erquicken
    • aufmuntern werkwoord (muntere auf, munterst auf, muntert auf, munterte auf, muntertet auf, aufgemuntert)
    • erquicken werkwoord (erquicke, erquickst, erquickt, erquickte, erquicktet, erquickt)

Conjugations for opkikkeren:

o.t.t.
  1. kikker op
  2. kikkert op
  3. kikkert op
  4. kikkeren op
  5. kikkeren op
  6. kikkeren op
o.v.t.
  1. kikkerde op
  2. kikkerde op
  3. kikkerde op
  4. kikkerden op
  5. kikkerden op
  6. kikkerden op
v.t.t.
  1. ben opgekikkerd
  2. bent opgekikkerd
  3. is opgekikkerd
  4. zijn opgekikkerd
  5. zijn opgekikkerd
  6. zijn opgekikkerd
v.v.t.
  1. was opgekikkerd
  2. was opgekikkerd
  3. was opgekikkerd
  4. waren opgekikkerd
  5. waren opgekikkerd
  6. waren opgekikkerd
o.t.t.t.
  1. zal opkikkeren
  2. zult opkikkeren
  3. zal opkikkeren
  4. zullen opkikkeren
  5. zullen opkikkeren
  6. zullen opkikkeren
o.v.t.t.
  1. zou opkikkeren
  2. zou opkikkeren
  3. zou opkikkeren
  4. zouden opkikkeren
  5. zouden opkikkeren
  6. zouden opkikkeren
diversen
  1. kikker op!
  2. kikkert op!
  3. opgekikkerd
  4. opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opkikkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufmuntern opkikkeren; opknappen aandrijven; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; bemoedigen; blij maken; fleurig maken; motiveren; opbeuren; opfleuren; ophitsen; opkrikken; opmonteren; opvrolijken; opwekken; prikkelen; provoceren; stimuleren; toemoedigen; uitdagen; uitlokken; verkwikken; vrolijker worden
erquicken opkikkeren; opknappen bijkomen; fleurig maken; laven; lenigen; lessen; op adem komen; opfleuren; tegoed doen