Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. optrekje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor optrekje (Nederlands) in het Duits

optrekje:

optrekje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het optrekje
    die kleine Wohnung
  2. het optrekje (huis; verblijf; stulp)
    Häuschen; die Hütte
    • Häuschen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor optrekje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Häuschen huis; optrekje; stulp; verblijf buitenhuis; buitenverblijf; huisje; landhuis
Hütte huis; optrekje; stulp; verblijf armoedige woning; cabine; dierenverblijfplaats; herdershut; herdershutje; hok; hut; hutje; kajuit; kavalje; kleine herdershut; kot; krot; krotwoning
kleine Wohnung optrekje