Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. opzieners:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opzieners (Nederlands) in het Duits

opzieners:

opzieners [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de opzieners (opzichters)
    der Aufseher; der Aufsichtsbeamten; der Oberaufseher; der Aufsichtsbeamter
  2. de opzieners (toezichthouders; inspecteurs; opzichters; surveillanten)
    die Aufsichtsbeamten; die Aufseher

Vertaal Matrix voor opzieners:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufseher inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders bewaker; cipier; curator; dierverzorger; gevangenbewaarder; koddebeier; oppasser; opzichter; opziener; portier; suppoost; suppoosten; toezichthouders; verzorger; voogd; wacht; zaalwachter; zaalwachters
Aufsichtsbeamten inspecteurs; opzichters; opzieners; surveillanten; toezichthouders
Aufsichtsbeamter opzichters; opzieners
Oberaufseher opzichters; opzieners