Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. overlezen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overlezen (Nederlands) in het Duits

overlezen:

overlezen werkwoord (overlees, overleest, overlas, overlazen, overlezen)

  1. overlezen (herlezen)
    wiederlesen; von neuem lesen
  2. overlezen (opnieuw lezen; nalezen)
    nachlesen; nochmal lesen

Conjugations for overlezen:

o.t.t.
  1. overlees
  2. overleest
  3. overleest
  4. overlezen
  5. overlezen
  6. overlezen
o.v.t.
  1. overlas
  2. overlas
  3. overlas
  4. overlazen
  5. overlazen
  6. overlazen
v.t.t.
  1. heb overlezen
  2. hebt overlezen
  3. heeft overlezen
  4. hebben overlezen
  5. hebben overlezen
  6. hebben overlezen
v.v.t.
  1. had overlezen
  2. had overlezen
  3. had overlezen
  4. hadden overlezen
  5. hadden overlezen
  6. hadden overlezen
o.t.t.t.
  1. zal overlezen
  2. zult overlezen
  3. zal overlezen
  4. zullen overlezen
  5. zullen overlezen
  6. zullen overlezen
o.v.t.t.
  1. zou overlezen
  2. zou overlezen
  3. zou overlezen
  4. zouden overlezen
  5. zouden overlezen
  6. zouden overlezen
diversen
  1. overlees!
  2. overleest!
  3. overlezen
  4. overlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overlezen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nachlesen nalezen; opnieuw lezen; overlezen
nochmal lesen nalezen; opnieuw lezen; overlezen
von neuem lesen herlezen; overlezen
wiederlesen herlezen; overlezen