Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pasje:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pasje (Nederlands) in het Duits

pasje:

pasje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het pasje
    der Paß; der Ausweis
    • Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ausweis [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pasje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausweis pasje identiteitsbewijs; identiteitskaart; legitimatie; legitimatiebewijs; legitimatiekaart; legitimatiepapieren; pas; paspoort; persoonsbewijs
Paß pasje bankpas; bergpas; identiteitsbewijs; pas; paspoort

Verwante woorden van "pasje":