Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. presentje:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor presentje (Nederlands) in het Duits

presentje:

presentje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het presentje (cadeau; geschenk; kado; aardigheid; present)
    Geschenk
    • Geschenk [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. het presentje (verjaardagscadeau)
    Geburtstaggeschenk
  3. het presentje (aardigheidje)
    Präsent; die Kleinigkeit

Vertaal Matrix voor presentje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geburtstaggeschenk presentje; verjaardagscadeau
Geschenk aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje aardigheid; cadeautje; donatie; gift; schenking
Kleinigkeit aardigheidje; presentje aardigheid; akkefietje; bagatel; cadeautje; dingetje; dwaasheid; futiliteit; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; klein cadeautje; kleinigheid; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; wissewasje; zotheid
Präsent aardigheidje; presentje

Verwante woorden van "presentje":

  • presentjes

Wiktionary: presentje


Cross Translation:
FromToVia
presentje Geschenk; Spende; Präsent gift — Something given to another voluntarily, without charge