Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. privé:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor privé (Nederlands) in het Duits

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

  1. privé (besloten)
    privat; geschlossen; persönlich

Vertaal Matrix voor privé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschlossen besloten; privé afgesloten; dicht; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; geloken; gesloten; harmonieus; ineensluitend; op slot; potdicht; saamhorig; toe; unaniem
privat besloten; privé Privé; particulier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
persönlich besloten; privé eigenhandig; persoonlijk; persoonsgebonden; subjectief; zelf

Wiktionary: privé

privé
adjective
  1. voor persoonlijk gebruik gereserveerd

Cross Translation:
FromToVia
privé privat private — not accessible by the public
privé geheim privy — private, exclusive

Verwante vertalingen van privé