Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. recenseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor recenseren (Nederlands) in het Duits

recenseren:

recenseren werkwoord (recenseer, recenseert, recenseerde, recenseerden, gerecenseerd)

  1. recenseren
    rezensieren; besprechen
    • rezensieren werkwoord (rezensiere, rezensierst, rezensiert, rezensierte, rezensiertet, rezensiert)
    • besprechen werkwoord (bespreche, besprichst, bespricht, besprach, bespracht, besprochen)

Conjugations for recenseren:

o.t.t.
  1. recenseer
  2. recenseert
  3. recenseert
  4. recenseren
  5. recenseren
  6. recenseren
o.v.t.
  1. recenseerde
  2. recenseerde
  3. recenseerde
  4. recenseerden
  5. recenseerden
  6. recenseerden
v.t.t.
  1. heb gerecenseerd
  2. hebt gerecenseerd
  3. heeft gerecenseerd
  4. hebben gerecenseerd
  5. hebben gerecenseerd
  6. hebben gerecenseerd
v.v.t.
  1. had gerecenseerd
  2. had gerecenseerd
  3. had gerecenseerd
  4. hadden gerecenseerd
  5. hadden gerecenseerd
  6. hadden gerecenseerd
o.t.t.t.
  1. zal recenseren
  2. zult recenseren
  3. zal recenseren
  4. zullen recenseren
  5. zullen recenseren
  6. zullen recenseren
o.v.t.t.
  1. zou recenseren
  2. zou recenseren
  3. zou recenseren
  4. zouden recenseren
  5. zouden recenseren
  6. zouden recenseren
en verder
  1. ben gerecenseerd
  2. bent gerecenseerd
  3. is gerecenseerd
  4. zijn gerecenseerd
  5. zijn gerecenseerd
  6. zijn gerecenseerd
diversen
  1. recenseer!
  2. recenseert!
  3. gerecenseerd
  4. recenserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor recenseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besprechen recenseren argumenteren; bediscussiëren; bepraten; beredeneren; bespreken; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten over; redeneren; spreken over
rezensieren recenseren beoordelen; goed- of afkeuren

Wiktionary: recenseren

recenseren
verb
  1. een beoordelend verslag schrijven, meestal van een culturele gebeurtenis