Rechtsbevoegdheid in het Duits vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

rechtsbevoegdheid:
- Jurisdiktion; Rechtsprechung; Gerichtsbarkeit; Gerichtsfähigkeit; Gebietshoheit; Rechts- und Geschäftsfähigkeit
rechtsbevoegd:
- rechtsfähig

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rechtsbevoegdheid (Nederlands) in het Duits

de rechtsbevoegdheid (jurisdictie)
die Jurisdiktion; die Rechtsprechung; die Gerichtsbarkeit; die Gerichtsfähigkeit; die Gebietshoheit
- Jurisdiktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rechtsprechung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerichtsbarkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerichtsfähigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gebietshoheit [die ~] zelfstandig naamwoord
de rechtsbevoegdheid
Rechts- und Geschäftsfähigkeit
- Rechts- und Geschäftsfähigkeit

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gebietshoheit	jurisdictie; rechtsbevoegdheid
Gerichtsbarkeit	jurisdictie; rechtsbevoegdheid	jurisprudentie; recht; rechtsgebied; rechtsgebieden; rechtspleging; rechtspraak
Gerichtsfähigkeit	jurisdictie; rechtsbevoegdheid
Jurisdiktion	jurisdictie; rechtsbevoegdheid	jurisprudentie; recht; rechtspleging; rechtspraak
Rechtsprechung	jurisdictie; rechtsbevoegdheid	jurisprudentie; recht; rechtspleging; rechtspraak
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Rechts- und Geschäftsfähigkeit	rechtsbevoegdheid

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rechtsfähig	rechtsbevoegd