Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reflector:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reflector (Nederlands) in het Duits

reflector:

reflector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reflector
    der Reflektor; der Spion
    • Reflektor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spion [der ~] zelfstandig naamwoord

reflector

  1. reflector
    der Reflektor

Vertaal Matrix voor reflector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Reflektor reflector
Spion reflector geheim agent; kattenoog; kijkgat; politiespion; spiekgaatje

Verwante woorden van "reflector":

  • reflectoren, reflectors

Wiktionary: reflector

reflector
noun
  1. een voorwerp dat geluid of straling zoals licht terugkaatst

Cross Translation:
FromToVia
reflector Scheinwerfer phare — Projecteur éclairant la route d’un véhicule.