Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. reisbiljet:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reisbiljet (Nederlands) in het Duits

reisbiljet:

reisbiljet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het reisbiljet
    Ticket; die Fahrkarte; der Fahrschein

Vertaal Matrix voor reisbiljet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fahrkarte reisbiljet spoorkaartje; tramkaartje
Fahrschein reisbiljet spoorkaartje; tramkaartje
Ticket reisbiljet spoorkaartje; tramkaartje

Verwante woorden van "reisbiljet":

  • reisbiljetten