Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ridder (Nederlands) in het Duits

ridder:

ridder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ridder
    der Ritter
    • Ritter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ridder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ritter ridder

Verwante woorden van "ridder":


Wiktionary: ridder

ridder
noun
  1. oorspronkelijk een bereden en bepantserde ruiter die de ridderslag ontvangen had

Cross Translation:
FromToVia
ridder Ritter knight — person on whom a knighthood has been conferred
ridder Ritter knight — warrior, especially of the Middle Ages
ridder Ritter chevalier — Celui qui avait reçu l’ordre de la chevalerie.

ridderen:

ridderen werkwoord (ridder, riddert, ridderde, ridderden, geridderd)

  1. ridderen (een onderscheidingsteken geven; decoreren; onderscheiden)
    dekorieren; unterscheiden; zum Ritter schlagen; in den Ritterstand erheben; einen Orden verleihen
    • dekorieren werkwoord (dekoriere, dekorierst, dekoriert, dekorierte, dekoriertet, dekoriert)
    • unterscheiden werkwoord (unterscheide, unterscheidest, unterscheidet, unterschied, unterschiedet, unterschieden)
    • zum Ritter schlagen werkwoord (schlage zum Ritter, schlägst zum Ritter, schlägt zum Ritter, schlug, schluget, zum Ritter geschlagen)
    • einen Orden verleihen werkwoord (verleihe einen Orden, verleihst einen Orden, verleiht einen Orden, verlieh einen Orden, verlieht einen Orden, einen Orden verliehen)

Conjugations for ridderen:

o.t.t.
  1. ridder
  2. riddert
  3. riddert
  4. ridderen
  5. ridderen
  6. ridderen
o.v.t.
  1. ridderde
  2. ridderde
  3. ridderde
  4. ridderden
  5. ridderden
  6. ridderden
v.t.t.
  1. ben geridderd
  2. bent geridderd
  3. is geridderd
  4. zijn geridderd
  5. zijn geridderd
  6. zijn geridderd
v.v.t.
  1. was geridderd
  2. was geridderd
  3. was geridderd
  4. waren geridderd
  5. waren geridderd
  6. waren geridderd
o.t.t.t.
  1. zal ridderen
  2. zult ridderen
  3. zal ridderen
  4. zullen ridderen
  5. zullen ridderen
  6. zullen ridderen
o.v.t.t.
  1. zou ridderen
  2. zou ridderen
  3. zou ridderen
  4. zouden ridderen
  5. zouden ridderen
  6. zouden ridderen
diversen
  1. ridder!
  2. riddert!
  3. geridderd
  4. ridderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ridderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekorieren decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen aankleden; afwerken; decoreren; garneren; onderscheid maken; onderscheiden; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; schotels garneren; tooien; verfraaien; verluchten; versieren; versieringen aanbrengen; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
einen Orden verleihen decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen
in den Ritterstand erheben decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen
unterscheiden decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen onderscheid maken; onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden; van elkaar onderscheiden
zum Ritter schlagen decoreren; een onderscheidingsteken geven; onderscheiden; ridderen onderscheid maken; onderscheiden

Verwante woorden van "ridderen":


Wiktionary: ridderen


Cross Translation:
FromToVia
ridderen zum Ritter schlagen knight — to confer a knighthood upon
ridderen aufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren; dekorieren; ausschmücken; auszeichnen décorerorner, parer, parler d’ornements d’architecture, de peinture, de sculpture.