Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rondtoeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rondtoeren (Nederlands) in het Duits

rondtoeren:

rondtoeren werkwoord (toer rond, toert rond, toerde rond, toerden rond, rondgetoerd)

  1. rondtoeren
    herumfahren
    • herumfahren werkwoord (fahre herum, fährst herum, fährt herum, fuhr herum, fuhrt herum, herumgefahren)

Conjugations for rondtoeren:

o.t.t.
  1. toer rond
  2. toert rond
  3. toert rond
  4. toeren rond
  5. toeren rond
  6. toeren rond
o.v.t.
  1. toerde rond
  2. toerde rond
  3. toerde rond
  4. toerden rond
  5. toerden rond
  6. toerden rond
v.t.t.
  1. heb rondgetoerd
  2. hebt rondgetoerd
  3. heeft rondgetoerd
  4. hebben rondgetoerd
  5. hebben rondgetoerd
  6. hebben rondgetoerd
v.v.t.
  1. had rondgetoerd
  2. had rondgetoerd
  3. had rondgetoerd
  4. hadden rondgetoerd
  5. hadden rondgetoerd
  6. hadden rondgetoerd
o.t.t.t.
  1. zal rondtoeren
  2. zult rondtoeren
  3. zal rondtoeren
  4. zullen rondtoeren
  5. zullen rondtoeren
  6. zullen rondtoeren
o.v.t.t.
  1. zou rondtoeren
  2. zou rondtoeren
  3. zou rondtoeren
  4. zouden rondtoeren
  5. zouden rondtoeren
  6. zouden rondtoeren
diversen
  1. toer rond!
  2. toert rond!
  3. rondgetoerd
  4. rondtoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rondtoeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herumfahren rondtoeren draaien om; een cirkel tekenen om; omcirkelen; omheenrijden; rondrijden