Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rover:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rover (Nederlands) in het Duits

rover:

rover [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rover (dief)
    der Dieb; der Einbrecher
    • Dieb [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Einbrecher [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de rover (struikrover)
    der Straßenräuber; der Wegelagerer; der Angreifer

Vertaal Matrix voor rover:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angreifer rover; struikrover aanrander; aanvaller; overvaller
Dieb dief; rover binnendringer; dief; gapper; geveltoerist; inbreker; ladelichter; robber; ruitentikker
Einbrecher dief; rover binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; indringer; infiltrant; insluiper; spion
Straßenräuber rover; struikrover straatrover
Wegelagerer rover; struikrover

Verwante woorden van "rover":

  • rovers, rovertje, rovertjes

Wiktionary: rover

rover
noun
  1. iemand die door geweldpleging iemand besteelt
rover
noun
  1. Person, die einer anderen Person rechtswidrig und unter Androhung oder auch Anwendung von Gewalt etwas wegnimmt

Cross Translation:
FromToVia
rover Brigant brigand — bandit
rover Räuber; Räuberin robber — one who robs
rover Freibeuter; Wegelagerer ravisseur — Traductions à trier suivant le sens