Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal ruimer

Vertaal ruimer van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

ruimer:
- ausgedehnter; weiter
ruim:
- weit; umfangreich; weitgehend; viel umfassend; grossartig
Wiktionary:
- ruim → geräumig, ausgiebig
- ruim → Laderaum
- ruim → Schiffsbauch, Schiffsraum, Frachtraum, Laderaum, reichlich, überflüssig, überschüssig, versehen, ausgedehnt, geräumig, weit, breit, umfassend, umfangreich

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruimer (Nederlands) in het Duits

ruimer:

ruimer bijvoeglijk naamwoord

ruimer (wijder)
ausgedehnter; weiter
- ausgedehnter bijvoeglijk naamwoord
- weiter bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ruimer:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ausgedehnter	ruimer; wijder
weiter	ruimer; wijder	tevens; verderop; voorts

Verwante woorden van "ruimer":

ruim

ruimer vorm van ruim:

ruim bijvoeglijk naamwoord

ruim (wijd)
weit; umfangreich; weitgehend; viel umfassend
- weit bijvoeglijk naamwoord
- umfangreich bijvoeglijk naamwoord
- weitgehend bijvoeglijk naamwoord
- viel umfassend bijvoeglijk naamwoord
ruim (weids)
grossartig
- grossartig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor ruim:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	dik
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grossartig	ruim; weids	geweldig; groots; grootschalig; grootscheeps; uitvoerig; veelomvattend
umfangreich	ruim; wijd	corpulent; dik; extensief; gezet; in details; lijvig; uitgebreid; uitgewerkt; zwaarlijvig
viel umfassend	ruim; wijd
weit	ruim; wijd	breed; in details; uitgewerkt; wijd
weitgehend	ruim; wijd	in details; uitgewerkt; verregaand

Verwante woorden van "ruim":

ruimer, ruimere, ruimst, ruimste, ruime

Synoniemen voor "ruim":

dik; royaal

Antoniemen van "ruim":

spaarzaam; zuinig

Verwante definities voor "ruim":

niet precies, maar met iets erbij¹
- er waren ruim honderd mensen¹
groot, royaal¹
- op de markt heb je een ruime keus¹
ruimte in een schip voor goederen¹
- in het ruim waren de kisten opgeslagen¹

Wiktionary: ruim

ruim

adjective

van grote omvang of uitgestrektheid
- ruim → geräumig

noun

de laadruimte van een schip
- ruim → Laderaum

ruim

adjective

reichlich
- ausgiebig → ruim

Cross Translation:

From	To	Via
• ruim	→ Schiffsbauch; Schiffsraum; Frachtraum; Laderaum	↔ cargo hold — ship's hold
• ruim	→ Schiffsraum	↔ hold — cargo area
• ruim	→ reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; breit; umfassend; umfangreich	↔ ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
• ruim	→ breit; reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich	↔ large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
• ruim	→ ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich	↔ étendu — grand, large, vaste.

¹Muiswerk Woordenboek