Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal ruis

Vertaal ruis van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

ruis:
- Geräusch; Rauschen
rui:
- Mauserzeit
Wiktionary:
- ruis → Rauschen, Störgeräusch
- ruis → Rauschen, Störung, Brise, Hauch, Lufthauch, Blasen, Wehen
- rui → Mauser
- rui → Mauser, Häutung

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruis (Nederlands) in het Duits

ruis:

ruis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de ruis (geruis)
Geräusch; Rauschen
- Geräusch [das ~] zelfstandig naamwoord
- Rauschen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geräusch	geruis; ruis	gegons; geluid; rumoer
Rauschen	geruis; ruis

Verwante woorden van "ruis":

ruisen, ruizen, rui

Wiktionary: ruis

ruis

noun

een structuurloos en voortdurend geluid dat een continuüm van toonhoogten bevat
- ruis → Rauschen; Störgeräusch

Cross Translation:

From	To	Via
• ruis	→ Rauschen	↔ noise — technical: unwanted part of a signal
• ruis	→ Störung; Rauschen	↔ noise — sound or signal generated by random fluctuations
• ruis	→ Brise; Hauch; Lufthauch; Blasen; Wehen	↔ souffle — vent produit pousser l’air hors de la bouche.

ruis vorm van rui:

rui [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de rui (ruitijd)
die Mauserzeit
- Mauserzeit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rui:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Mauserzeit	rui; ruitijd

Verwante woorden van "rui":

ruien, ruis, ruitje

Wiktionary: rui

rui

noun

Ornithologie: das Wechseln des Gefieders bzw. der Federn bei Vogel
- Mauser → rui

Cross Translation:

From	To	Via
• rui	→ Mauser; Häutung	↔ moult — The process of shedding or losing a covering of fur, feathers or skin etc