Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schacht:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schacht (Nederlands) in het Duits

schacht:

schacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schacht
    der Schacht; der Schaft
    • Schacht [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schaft [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schacht schacht bommenluik; groeve; liftkoker; mijnschacht
Schaft schacht geweerlade; loop; schoenleest

Verwante woorden van "schacht":


Wiktionary: schacht

schacht
noun
  1. Bauwerk: hohler, meist senkrechter Raum
  2. Bergbau: vertikaler Grubenbau zu einem Stollen
  3. studentensprachlich: ein angehendes Mitglied einer Studentenverbindung

Cross Translation:
FromToVia
schacht Schaft shaft — long narrow body of spear or arrow
schacht Schacht shaft — long narrow passage sunk into the earth
schacht Schacht shaft — vertical passage housing a lift
schacht Advokatur; Anwaltschaft; Fürsprecheramt; Verteidigung; Barre; Stange barreaubarre de bois ou de fer qui sert de clôture.
schacht Barre; Stange; Stab; Stecken; Stock bâton — Morceau de bois assez long
schacht Angelrute; Stange; Barre gaule — Grande perche.
schacht Barre; Barsch perchelong pièce de bois.