Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. schulden:
  2. schuld:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schulden (Nederlands) in het Duits

schulden:

schulden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schulden
    die Schuld
    • Schuld [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schulden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Schuld schulden bankschuld; debet; financiële schuld; schuld; tekort; tekortsaldo

Verwante woorden van "schulden":


Wiktionary: schulden


Cross Translation:
FromToVia
schulden Schulden; Verbindlichkeit debt — state or condition of owing something to another
schulden Schulden; Verbindlichkeit debt — money that one person or entity owes or is required to pay to another

schuld:

schuld [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schuld
    die Schuld
    • Schuld [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schuld
    die Geldschuld

Vertaal Matrix voor schuld:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geldschuld schuld financiële schuld
Schuld schuld bankschuld; debet; financiële schuld; schulden; tekort; tekortsaldo

Verwante woorden van "schuld":


Antoniemen van "schuld":


Verwante definities voor "schuld":

  1. bedrag dat je nog moet betalen1
    • wij hebben geen schulden1
  2. verantwoordelijk zijn voor een fout1
    • het is zijn schuld dat ik verkeerd reed1

Wiktionary: schuld

schuld
noun
  1. een geldbedrag dat ondanks de verplichting daartoe niet betaald wordt
  2. een verantwoordelijkheid die iemand wordt toegeschreven voor een laakbare gebeurtenis of toestand

Cross Translation:
FromToVia
schuld Schuld blame — state of having caused a bad event
schuld Schuld; Verbindlichkeit; Verpflichtung debt — action, state of mind, or object one has an obligation to perform for another
schuld Schuld guilt — responsibility for wrongdoing
schuld Schuld; Ausstand dette — Somme due à un créancier

Verwante vertalingen van schulden